Herdenken is de plicht van iedere goede vaderlander

Op 4 Mei herdenken we in Nederland natuurlijk alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

De laatste jaren probeert men de reden tot herdenken uit te breiden en er allerlei andere dingen bij te halen, maar daar doe ik niet aan mee.

Natuurlijk verdienen al die andere oorlogen, conflicten en slachtoffers ook aandacht en herdenking maar de Tweede Wereldoorlog was zoo een gigantisch groot iets, zoo’n wereldverscheurende gebeurtenis dat ik vind dat we best een paar minuten per jaar alleen aan deze oorlog kunnen besteden.

Het is ook weer iets typisch Nederlandsch, die bekrompen manier van omgaan met ons verleden, dat enorme minderwaardigheidscomplex dat ons achtervolgt waardoor we krampachtig van alles erbij proberen te halen om het maar ‘relevant’ te houden en we in de jaren ’50 (!) al begonnen te praten over het afschaffen van de herdenking.
We moeten alles over-nuanceren, er een discussie over goed en fout over maken, ook lekker veel praten over de verraders en dat het Verzet ook niet helemaal in orde was…
Gewoon accepteren dat dit iets grootsch was en dat we als goede vaderlanders de plicht hebben deze oorlog nooit te mogen vergeten en we even onze kop moeten houden op 4 Mei is blijkbaar te moeilijk, te veel gevraagd.

Terwijl ze in veel andere landen nog steeds met veel aandacht veldslagen van eeuwen geleden herdenken en er iedere avond bij de Menenpoort in Ieper de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog worden herdacht met ‘The Last Post’ en een moment stilte, doen wij hier al decennia moeilijk over die ene keer per jaar, of we de voormalige vijand moeten uitnoodigen, hoe we de jeugd erbij kunnen betrekken, halen we moderne politieke verhalen erbij, etc, etc.

Tientallen miljoenen menschen stierven wereldwijd, het was een gruwelijke oorlog, menschen werden uitgeroeid op basis van afkomst, we werden bijna vijf jaar onderdrukt, de vrijheid van meningsuiting en pers verdween, een hele generatie werd getraumatiseerd, ons land berooft en beschadigt, etc, etc.
Maar dat is blijkbaar niet belangrijk genoeg om een enkele minuut per jaar stil bij te staan….

Als U op 4 Mei niet een minuut stil kunt staan bij die vreselijke tijd, dan bent U geen vrind van mij, sterker nog dan durf ik te zeggen dat U geen goede vaderlander bent, dat betekent misschien niet veel voor de gemiddelde moderne mensch maar voor mij dus wel. Want wat is een mensch zonder plichtsbesef?
Als U dit niet belangrijk vind dan vind U onze samenleving niet belangrijk, wie we zijn, waar we vandaan komen, wat ons gemaakt heeft zooals we zijn. De invloed van die oorlog is overal te zien, dagelijksch nog, voor hen die willen zien.
Dat negeren of je er niet voor interesseren is een klap in het gezicht van ons hele volk maar ook de slachtoffers van toen, ongeacht afkomst of nationaliteit. En dat is indirect weer een klap in het gezicht van hen die vandaag de dag nog steeds dit soort vreselijke dingen mee maken in andere delen van de wereld.
Daar geen compassie voor voelen, of het nu gisteren gebeurde of 70 jaar geleden, maakt U onmenschelijk.

Het zal U vast niet verbazen dat de Tweede Wereldoorlog een grote rol speelt in mijn leven.
Niet alleen heeft mijn familie toen flink te lijden gehad (oa in een Jappenkamp) maar ik ben er altijd al gefascineerd door geweest.
Als klein meisje realiseerde ik me al snel hoe geschiedenis invloed had op het dagelijksch leven van vandaag de dag, hoe onzen samenleving er door gekleurd was. Ik begreep dat geschiedenis iets was dat ooit gebeurde op de plek waar ik woonde, wandelde, speelde, naar school ging, etc. En dat heeft me eigenlijk nooit los gelaten.

Een groot deel van mijn werk heeft met de oorlog te maken, ik werk in musea, doe onderzoek voor documentaires, lever spullen voor films, etc. Vorige week nog stond ik in het Zuiderzeemuseum nog scholieren het belang van vrije pers uit te leggen en liet ze de angst en paranoia ervaren van betrokken zijn bij het Verzet maar niemand kunnen vertrouwen.

Foto; Eugene Bakker

Foto; Eugene Bakker

En natuurlijk heeft mijn levensstijl hier ook een grote invloed op.
Door me dagelijksch te omringen met de jaren ’30 is de generatiekloof tussen de oorlogsgeneratie en mij behoorlijk klein en voelt het soms alsof die oorlog niet zoo heel lang geleden heeft plaats gevonden.
Als ik naar films en foto’s van toen kijk en als ik met menschen spreek die de oorlog mee gemaakt hebben, met veteranen, met voormalige leden van het Verzet maar ook met zij die toen kinderen waren, dan valt ons verschil in leeftijd bijna, want we droegen dezelfde soort kleeding, hun huizen waren ingericht in dezelfde stijl als mijn wooning, we luisterden naar dezelfde muziek, kennen dezelfde films en weet ik dat hun dagelijksch leven op een aantal punten overeenkomsten vertoonde met dat van mij vandaag.

Op 4 Mei herdenken we de oorlog, dat is bijna niet te doen, helemaal niet in een minuut, of zelfs een uur, ook niet als je er eigenlijk het hele jaar mee bezig bent.

kinderen in kamp

Daarom herdenk ik vandaag persoonlijk niet alles en iedereen tegelijk maar hou ik het op deze avond bij een klein groepje menschen.
Ik denk aan mijn lieve oma die ik nooit gekend heb, die in een Jappenkamp zat en ik denk aan haar broer die moest werken aan de Birma spoorlijn, hun lijden toen maakt me nog steeds woedend.
Ik denk aan Hannie Schaft en haar kameraden Truus en Freddie Versteegen die de oorlog wel overleefde, die ik persoonlijk ken en met wie ik gesprekken heb gehad over hoe hoe het ze veranderde toen ze als nog erg jonge meisjes betrokken raakte bij liquidaties.
Ik denk aan die paar seconden film van de bevrijding van een concentratiekamp waarbij kleine kinderen hun tattooages laten zien en aan hoe iemand in godsnaam die kleine dreumessen kon scheiden van hun ouders, een nummer pijnlijk in hun arm kerfde en ze honger liet lijden. En dan hebben we het nog niet eens over het vermoorden.
Ik denk aan de Joodsche familie die in mijn huis woonde tijdens de oorlog en nooit meer terug kwam.

Ik denk aan die ene foto van dat meisje in een concentratiekamp.
Czeslawa Kwoka heette ze, 14 jaar oud, ze moest op de foto maar begreep maar niet wat er allemaal gebeurde, kreeg vlak voor de foto genomen was nog slaag van een bewaker met een knuppel.
Binnen 3 maanden was ze dood. Kijk haar in de oogen, vergeet haar blik nooit meer.
Het meisje dat zoo hard probeert niet te huilen, uit angst.

Czeslawa Kwoka
En tot slot denk ik aan een goochelaar.

Michel Velleman trad sinds de jaren ’20 op als ‘humoristisch goochelaar, professor Ben Ali Libi’, hij woonde met zijn gezin aan het Merwedeplein waar ook Anne Frank woonde.
Eigenlijk een gewone man, geen soldaat, geen verzetsheld, geen bekende onderduiker, maar een van de vele slachtoffers.
Iemand die misschien vergeten zou zijn was het niet voor het hartverscheurende gedicht van Willem Wilmink.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ik had tot mijn schande nog nooit van mijnheer Velleman of het gedicht gehoord tot ik min of meer toevallig een video over Willem Wilmink zag waarin Joost Prinsen het gedicht voor las.
Ik groeide op met deze man op de televisie, regelmatig kwam hij voorbij op de beeldbuis en zoo heeft hij indirect toch een belangrijke rol gespeeld in mijn jeugd.
Ik respecteer de man enorm en net als je vader is het iemand die je eigenlijk niet wilt zien huilen.
Toen ik zag hoeveel moeite hij had met het voorlezen van dit gedicht brak ik.

Het gedicht is zoo wonderschoon en tegelijk zoo pijnlijk.
In prachtige bewoording laat het de waanzin van toen maar ook nu zien.

Vanavond ben ik alleen thuis, ik kan niet meer naar herdenkingen, de oorlog is te belangrijk voor mij maar niet belangrijk genoeg voor hen die dan om me heen staan, die doorlopen, lachen, langs rijden, hun mobiele telefoon niet met rust kunnen laten, etc.
Na een keer bijna iemand aangevlogen te zijn bij de herdenking van een represaille aan de Parallelweg in Den Haag, die stond te schreeuwen tijdens de minuut stilte en een motoragent me tegen moest houden voor het uit de hand liep, herdenk ik privé.
Alleen.
Maar in gedachte samen met Oma, Oom, Hannie, Truus, Freddie, de kinderen van het kamp, de buren die ik nooit gekend heb, Czeslawa Kwoka en Ben Ali Libi.

Ben Ali Libi

Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bosjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

Willem Wilmink.

Tot augustus is er in het Stadsarchief van Amsterdam een tentoonstelling over Ben Ali Libi te zien.
Meer informatie vind U door hier te klikken.

2 gedachtes over “Herdenken is de plicht van iedere goede vaderlander

  1. Ik herdenk ook alleen alhoewel ik vanavond op het Kastanjeplein was. Aangrijpend.. Ik ben van 1954, dus nog maar 9 jaar na de grote ramp. Mijn vader was Joods en is naar Zwitserland ontkomen. Hij en zijn directe familie die was ondergedoken hebben de oorlog iverleefd, maar Ooms en Tantes en kinderen niet, evenals twee neven die door de Duitschers zijn gefusilleerd bij een vluchtpoging naar Engeland. Verraden.

    Ik kan het niet begrijpen dat de herdenking zo gerelativeerd wordt en dat er mensen zijn die dan zeggen ‘het is al weer zo lang geleden’.
    Het is eigenlijk ‘ er is al zoveel geleden’ maar voor wie? Niet voor dit soort mensen mag ik hopen. Ik ben niet gelovig maar ik hoop dat al die zielen vrede hebben gevonden. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat dat kan als je door Sobibor of Treblinka heen moest.

    Ik denk vaak aan het gewone leven en hoe dat op eens eindigde: wat is er dan met de hond of poes gebeurd nadat de mensen weg zijn gehaald. Wie gaf de plantjes water. Het huis bleef stil en leeg achter. Daarna werd het geplunderd. Dan voel ik me zo leeg en verdrietig. Alles zinloos. Maar we moeten wel doorleven. Dus herdenken doe ik eigenlijk elke dag.

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s