1

Bewegende beelden van mijn oma

Oma aan mijn moeders kant heb ik nooit gekend.

Ze overleed lang voor ik geboren ben, maar dankzij mijn moeder heb ik toch een soort van beeld van haar.

En dus, ondanks dat ik haar nooit heb mogen ontmoeten, mis ik haar.

Niet alleen om de vrouw die ze was maar ook om het leven dat ze had.

Geboren en getogen in Nederlandsch Indië, als jonge moeder met een peuter in een Jappenkamp terecht gekomen die ze maar net overleefde.
Vervolgens ook nog ternauwernood de Bersiap periode doorstaan en dan naar een dorp in het voor haar toch redelijk onbekende Nederland waar ze in een rijtjeshuis negen kinderen groot bracht in de roerige jaren 50 en 60.

Kortom een vrouw om respect voor te hebben.
Maar ook gewoon oma, die ik zoo graag eens simpelweg zou willen omhelzen, vertellen dat ik haar mis en vervolgens natuurlijk tot in details uit te horen over wat ze allemaal meegemaakt had, tot ze misschien zooiets als ‘Adoe zeg, gaa nu je moeder maar pesten!’ uitriep.

Tot voor kort kende ik mijn oma alleen maar van foto’s en verhalen maar opeens bleek er ook filmmateriaal te zijn.
Een hele berg korte filmpjes die het dagelijks leven in Maartensdijk laten zien ergens in eind jaren ’50, bleek ook enkele beelden van mijn oma te bevatten.

Ik kan U niet uitleggen hoe het voelde om opeens oma te zien in levende lijven.
Het beeld was vaag, zwart wit en van een afstandje genomen, maar daar was ze, mijn oma, in de deuropening met haar schort, handen in haar zij en met een grote glimlach.
Mijn lieve kleine oma, natuurlijk met alle traumatische ervaringen van de oorlog nog heel versch in haar geheugen, misschien wel uitgeput van het huishouden en het in de gaten houden van al die kinderen, maar toch sterk en lachend.

Natuurlijk is het fragment veel te kort, ze verdwijnt snel weer naar binnen.
Ik wil het scherm inkruipen, naar de voordeur rennen en aankloppen maar ja dat gaat natuurlijk niet.

Het doet je realiseren hoe veel geluk we dan toch hebben met de techniek en rijkdom van tegenwoordig.
Hoe enorm ik al die telefoons met camera’s ook haat en hoe vreselijk de sociale media ook is en hoe stom die ‘zelfies’ ook zijn, het zorgt er allemaal wel voor dat er veel meer van onze levens geregistreerd word voor het nageslacht.
Zoo is er van de levens van onze voorouders van 200 jaar geleden meestal niet veel meer dan een kruisje of handteekening op een huwelijkscertificaat over en hebben we met wat geluk wel een enkele foto van 100 jaar geleden en dan komen opeens de fotoalbums en dus ook het filmmateriaal.
Maar nog valt al dat in het niet met dat wat we tegenwoordig vast leggen.

Wat zou het fantastisch zijn als ik nu toegang had tot de facebook pagina van mijn oma die ze ergens in de jaren ’20 begonnen was, of honderden foto’s uit haar kindertijd had in plaats van een handje vol.
En ik krijg tranen in mijn oogen als ik zelfs maar denk aan wat er allemaal te zien zou zijn als mijn oma’s leven was vastgelegd met een video camera.

Maar het is niet anders.
Dat wat de eerste helft van de 20e eeuw zoo aantrekkelijk maakt voor mij is er ook de reden van dat er dus niet zoo veel materiaal van mijn oma is achtergebleven.

En dat maakt deze vondst ook weer extra belangrijk voor mij.

Dag oma, ik mis je.

Videobeelden uit ‘Dorpsvideo Maartensdijk’, op het internet gezet door mijnheer Korsman.

1

Waarom ik een roode klaproos draag in November

Ieder jaar bezoek ik de Engelsche ambassade in Den Haag of de boekwinkel Waterstones in Amsterdam om een roode klaproos van papier op te halen, een ‘poppy’, die ik vervolgens op de revers van mijn jas speld.

Dit is een voornamelijk Britsche traditie die niet veel Nederlanders kennen maar iedereen heeft de poppy wel eens opgemerkt tijdens een nieuws uitzending en misschien vroeg U zich toen af waarom de Britsche minister en presentatoren allemaal zoo’n bloemetje droegen.

Oorspronkelijk herdachten men met deze klaproosjes de gevallenen van de Eerste en later de Tweede Wereldoorlog, net als in Nederland zijn daar later ook nog andere conflicten bij gekomen en is het ook een goed doel aangezien de donaties die menschen die zoo’n bloem koopen worden gebruikt om onder andere voor veteranen te zorgen.

Men koos voor de klaproos omdat na de veldslagen in Belgie en Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog, de slachtvelden er vol mee stonden.

Ik vind dat erg mooi maar ben natuurlijk niet Britsch.

Toch wilde ik hem dragen.

Mijn familie heeft veel meegemaakt tijdens de oorlog, niet alleen hier in Nederland waar we de hongerwinter in Den Haag moesten overleven, maar ook in Nederlandsch Indië.

Daar hadden mijn grootouders en hun familie leden het erg zwaar, mijn oom was krijgsgevangen gemaakt na ternauwernood de slag om de Javazee te hebben overleeft en moest vervolgens aan de gruwelijke Birma Spoorweg werken, ook wel de Doodenspoorlijn genoemd.

Mijn oma kwam met haar pas geboren dochtertje in het Jappenkamp Lampersari terecht, maakte daar vreselijke dingen mee en lag toen de bevrijding kwam al in de ziekenbarak, daar kwamen velen nooit meer uit.

De oorlog had dus niet veel langer moeten duren of ik was er niet geweest.

Net als veel Nederlanders dank ik dus mijn leven aan de Geallieerden die alles riskeerden en vaak ook het ultieme offer maakte om ons te bevrijden.

Maar heel direct dank ik mijn leven aan die eene helaas onbekende Deensche diplomaat die met gevaar voor eigen leven het kamp binnen reed en de commandant duidelijk maakte dat de oorlog afgeloopen was (weet U meer over deze man dan hoor ik heel graag van U) maar ook aan de Sikh, Gurkha en andere troepen die onder Britsch bevel het kamp bevrijden en later mijn familie beschermde tegen de inlanders.
Ik zal binnenkort eens meer over mijn familiegeschiedenis schrijven.

Naast deze hele persoonlijke reden voel ik natuurlijk ook een enorme verbintenis met de Tweede Wereldoorlog door mijn fascinatie voor de jaren ’30 en ouderwetsche levensstijl, die brengt die periode voor mij soms toch wel erg dichtbij.

Ik heb ook zooveel Engelsche vrinden voor wie dit erg belangrijk is en ik heb de eer gehad een aantal veteranen te mogen ontmoeten en persoonlijk te bedanken voor hun offers, de Britsche kant van de oorlog is voor mij dus erg belangrijk.
Het is een kleine moeite en ik wil graag laten zien dat ik met onze buren in het Westen meeleef als het gaat om de herdenkingen die zij houden op 11 November.

Een mooie bijkomstigheid hiervan is dat Britsche toeristen hier in Nederland het heel fijn vinden een Nederlander tegen te komen die er een draagt maar ook zijn er veel Nederlanders die mij vragen waarom ik er een draag en waar het voor staat en dan kan ik ze over mijn familie vertellen en ze er even aan herinneren dat er voor onze vrijheid gestreden is en we deze niet vanzelfsprekend moeten vinden.

Wilt U ook een poppy gaan dragen?
Dan kunt U hier op de facebook pagina van ‘The Royal British Legion Holland Branch Poppy Appeal‘ vinden waar U er een kunt halen, vergeet ook niet de pagina te ‘liken’.

ghosts of history fields of flanders poppies

0

Kennis van verleden maakt het heden dragelijker

Een van de fijne bijkomstigheden van mijn obsessie met het verleden is dat het mijn heden beter maakt.

Natuurlijk is de geschiedenis een fantastische handleiding die ons leert hoe we ons het beste door het leven heen kunnen slaan.

In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst en vaak vragen we ons gezamenlijk af of de menschheid dan niets geleerd heeft, maar als je goed kijkt dan zie je dat er op veel gebieden toch echt wel vooruitgang geboekt wordt en dat velen van ons als individueel toch vaak goed nadenken bij onze daden.

Maar voor mij persoonlijk bied het verleden ook veel troost en steun.

Want hoe erg ik het ook heb, hoe arm ik soms ook ben, hoe vervelend mijn leven nu en dan kan zijn, toch, ja toch heb ik het nog altijd een duizend maal, neen een miljoen maal beter dan mijn Oma in het Jappenkamp, de kinderen in de sloppenwijken van Victoriaansch Londen, de mishandelde vrouwen die niet mochten scheiden, de mannen lange gevaarlijke uren maakte in de mijnen en nog hun familie niet kon voeden, etc, etc.

Zelfs als ik een stukje aan het fietsen ben en ik begin te mopperen op het weer of omdat de rit te lang duurt dan wordt ik in gedachte al ingehaald door een koerierster van het Verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog, of passeer ik een moeder die met kinderwagen een hongertocht maakt op houten schoenen.

Van die vrouwen van mijn leeftijd die door weer en wind uren, soms dagen en nachten op pad waren, hun leven riskeerden, om eten op tafel te zetten voor hun familie of om de illegale pamfletten of distributiebonnen voor ondergedooken Jooden weg te brengen.

En ja, dan weet ik weer dat ik niet moet zeuren.

We hebben het goed, heel erg goed, en we zijn verwend.

Hoe rot het soms ook gaat, we hebben eigenlijk allemaal wel een dak boven ons hoofd, kleren aan ons lijf, eten in onzen buik en schoenen aan onzen voeten.

En mocht dat niet zoo zijn dan is dan in Nederland meestal snel wel wat aan te doen.

Misschien dat ik daarom als jong meisje het boek ‘Kruistocht in Spijkerbroek’ en ‘Oliver Twist’ verslond en meerdere malen opnieuw las.

Om me heen zag ik andere pubers die deden alsof de wereld verging omdat hun haar raar zat, omdat ze van hun ouders geen dure schoenen mochten of omdat ze niet naar een feestje mochten.

Zelf dacht ik dat het leven niet erger kon als ik weer eens een slecht cijfer had gekregen.

Maar dan las ik weer van die kinderen in 1212 die armoedig en hongerig half Europa doortrokken, of dan dacht ik aan het noodlot van die arme Victoriaansche weeschjes, en waarachtig, mijn eigen problemen leken opeens niet zoo belangrijk meer.

De moderne mensch is enorm verwend maar, zoo lijkt het wel, ontevredener dan ooit.

Omringt door armoede en onrecht maar ook met veel Vaderlandsche Geschiedenis op school, denk ik dat de mensch van vroeger, net als ik, zich wat meer bewust was van hoe erg anderen het hadden en dat men eigenlijk maar tevreden moest zijn.

Het is vreemd, want dankzij de moderne media weten we nu gelijk wat er gebeurt aan de andere kant van de wereld en worden we dagelijksch overstroomd met de meest gruwelijke verhalen.

We zouden ons veel meer bewust moeten zijn van hoe gelukkig we eigenlijk zijn, maar misschien zijn we afgestompt door al die beelden van ver weg.

Misschien zou een enkele ontmoeting met de armoede en ellende die hier vroeger zoo veel voorkwam een veel grotere indruk maken.

Hoe dan ook, ik ben blij dat de geesten van vroeger mij soms er aan herinneren dat ik niet moet zeuren.

Ik ben een afstammeling ben van mannen en vrouwen die vochten met mammoeten, die de Zwarte dood overleefden, die als matroos van de VOC de wereld over ging, die als vischers hun leefde riskeerde, die gruwelijke armoede meemaakte, die eten uit hun mond spaarde voor hun kinderen, die als soldaten hun leven riskeerde voor onze vrijheid, die een Jappenkamp ter nauwernood overleefde, etc, etc, dus daar moet ik me dan ook naar gedragen!

Kin omhoog, borst vooruit en niet zeuren!

Ik blijf natuurlijk wel fyn mopperen op de moderne mensch….verleden wegwijzer