1

De infantilisering van onzen maatschappij

Och beste menschen.
U zult wel weer vinden dat ik te veel mopper maar er is weer iets waar ik me steeds meer aan erger de laatste tijd.
Namelijk de infantilisering van onzen maatschappij.
Dat alle formaliteit aan het verdwijnen is en iedereen maar aan het tutoyeren is is daar een goed voorbeeld van.
Maar je komt het ook steeds vaker op andere plekken tegen.
Alles moet simpeler, met leuke plaatjes, grappige figuurtjes, etc, etc.
Kijk maar eens naar de reclame en vraag U af; wie is de doelgroep?
Wie probeert de supermarkt te bereiken met reclame vol guitige over elkaar rollende hamsters?
Wie probeert de de web-winkel over te halen geld uit te geven met voetbal plaatjes en een oranje tekenfilm leeuw?

Ik ben bang dat ze het tegen U en mij hebben en niet tegen de kinderen.
Natuurlijk hebben we dit altijd al gehad, ook vroeger maakte men soms grappige reclames en gebruikte met rare figuurtjes.
Maar het lijkt wel steeds meer te worden en de toon is ook heel anders omdat wij als klant niet meer op een voetstuk staan.
Bij het kijken naar oude reclame krijg ik het gevoel dat ik vaker als een volwassene behandeld wordt.

En om mezelf maar gelijk tegen te spreken en vooral niet te serieus te nemen, hier een reclame uit de goede oude tijd waarom ze ook erg lollig aan het doen zijn;

Het is dus misschien wel van alle tijden maar toch heb ik het idee dat U wel begrijpt wat ik bedoel en dat U zich ook wel eens aan deze kolder geërgerd heeft.
En als dat niet zoo is dan gaat het U na het lezen van dit stukje misschien opeens opvallen en dan ergert U zich er alsnog aan in de loop van de tijd.

Maar goed, hoe kom ik hier nou weer op?
Vandaag nam ik een pakje in ontvangst voor mijn vader en geloofde mijn oogen niet.
De mijnheer aan de deur droeg natuurlijk geen mooi PTT uniform, droeg geen pet, salueerde niet, sprak me niet aan met juffrouw maar zoo is dat nu eenmaal tegenwoordig.
Maar ik dacht dat de bestelling verkeerd was want dit doosje was duidelijk bedoeld voor een klein kind.
Nou, niet dus.
Dit pakje is ontworpen door volwassenen voor volwassenen…
Och wat een lol!

66107663_10157558045099612_8408733946166116352_n.jpg

“Waarschuwing, dit pakketje heeft een grote aantrekkingskracht op katten.”
“Pakketje Tadaaaa.”
“Recyclen (hergebruiken) Ben je klaar met je pakketje? Leg ‘m te vondeling bij het oud papier.
Hij kan natuurlijk ook nog even blijven, bijvoobeeld als oud paperbak, minigolfbaan, hoed”

“Bodem smaakt echt naar karton.
Ingedienten
Je bestelling, papier, kleurstoffen, niet meer lucht dan nodig is, een stukje specialisme en natuurlijk een hoop liefde.
Verder is deze doos gewoon gemaakt van doos.”

En dan nog van een andere doos;

Ck7g82HWgAEuAvS.jpg

Tutoyeren, “grappig” doen, onnodig Engelsch, antropomorfisme….

Ben ik nou de eenige die niet alleen een beetje moe aan het worden is van dit soort onzin maar zich ook een beetje beledigd voelt?
Is het nou echt normaal om zoo kinderachtig om te gaan met je klanten?
En sinds wanneer is een kartonnen doos een levend wezen met een meening?
Al dat jolige, informele, vrijpostige, gezellige, moet dat nou zoo noodig?

1

Portemonnaie of portemonnee? Portemonnaie natuurlijk!

Zooals U misschien al gemerkt had is mijn taalgebruik een rommeltje.

Mijn grammatica is niet echt om over naar huis te schrijven dankzij jaren op allerlei hele verantwoorde scholen waar ik eigenlijk niets leerde behalve “mezelf ontwikkelen”.
U kent ze wel, Montessori, Freinet, dat soort systemen.

Scholen waar ik het enorm naar mijn zin heb gehad maar dankzij luiheid, eigenwijs zijn en gewoon die veel te vrije manier waarop alles werkte daar heb ik er niet echt veel geleerd.

Ik maak dus, 42 jaar oud, nog steeds schrijffouten.

Maar daarnaast zitten er ook nog rare aanpassingen in hoe ik schrijf die te wijten zijn aan mijn liefde voor het verleden.

Hier en daar pas ik de oude spelling van voor 1947 toe.

Maar ja, die heb ik natuurlijk ook niet geleerd en haal ik uit oude boeken en tijdschriften dus daar schort het ook nog wel eens aan.

Behalve dat ik die oude spelling gewoon leuk vind, ziet deze er visueel voor mij ook veel mooier uit.

Dat klinkt misschien een beetje raar maar laat mij U het volgende vragen;

Portemonnaie of portemonnee?

Links de oude Fransche spelling, rechts de moderne spelling.

Als ik naar die twee woorden kijk krijg ik automatisch de kriebels van portemonnee, ik vind het zoo lelijk!

Net alsof een klein kind de juiste spelling te moeilijk vind en het dus maar fonetisch opschrijft.

Het ziet er toch niet uit?

Portefeuille is dat lot (voorlopig) bespaard gebleven.

Net als cadeau en kado, makkelijker of niet, logischer of niet, ik vind cadeau gewoon mooier.
Gelukkig is dat (nog) wel de officiële spelling.Net als veel andere zaken waar ik een hekel aan heb komt dit voor een groot deel uit de jaren ’60 toen we in Nederland het systeem van voorkeur- en toegestane spelling hadden.
In woordenboeken zooals Het Groene Boekje, kon je dus vaak twee versies vinden, een van zooals het eigenlijk moet zijn en een voor luieriken die alles “simplisties” wilde maken.Gelukkig is dat systeem in 1995 afgeschaft en hebben we nu weer gewoon de officiële regels, die ik nu dus aan mijn laars lap.Waar ik ook een hekel aan heb is het vervangen van een C door een K.
Amerika moet natuurlijk gewoon America zijn, produkt is product, akkoord is accoord, insekt is insect, lokatie is locatie, kassière is caissière, elektrisch is electrisch, insekt is insect, lokatie is locatie, Oktober is October, etc.
In veel gevallen heeft men nu weer de juiste spelling gekozen, met een C dus, maar tot vrij recent was het ook vaak andersom.Belangrijk is het allemaal niet, natuurlijk, de taal is een levend iets en veranderd door de jaren heen en dat is vast reuze goed.
Maar mooi hoef ik het niet te vinden.
En dan heb ik het nog niet eens over de gruwelijkheden die onzen taal binnen sluipen dankzij het verzenden van teksten per mobiele telefoon, waarbij we blijkbaar massaal last last hebben gekregen van dyslexie.
Taal hoeft niet alleen practisch te zijn maar mag er ook best goed uit zien.
Behalve het visuele aspect speelt hier ook een klein mini-trauma uit mijn jeugd een rol.
Op de basisschool hadden we met grote regelmaat een dictee, de leraar las wat woorden voor en wij moesten die opschrijven.
Ik was er niet zoo heel goed in en een woord had ik echt altijd fout; bureau.
Hoe ik de letters ook door elkaar husselde, nooit schreef ik het goed en dat frustreerde mij.
Dus ik ging oefenen en oefenen en oefenen en eindelijk lukte het me, ik had dat woord goed op het dictee en ik was reuze trotsch op mezelf.
Tot… ik er niet veel later achter kwam dat buro dus ook mocht.
Nou ja technisch gezien was dat helemaal niet toegestaan maar ik zat op een Freinet school en de meeste leerkrachten waren hippies, dus daar mocht het.
Maar op het moment dat ik ergens buro las besloot ik als klein meisje resoluut dat woord dus niet te accepteren en stug bureau te blijven gebruiken.Een ander klein mini trauma uit mijn schooljaren was toen ik leerde schrijven, ook daar was ik niet zoo goed in maar toen ik het uiteindelijk onder de knie kreeg en me voor taal begon te interesseren heb ik ergens gezien dat iemand aan elkaar schreef, misschien Opa of Oma of een oude brief, ik weet niet waar ik het zag maar dat aan elkaar schrijven vond ik wel mooi en dat begon ik dus ook te doen.
Maar dat was veel te gevorderd voor ons klasje, dat was niet de bedoeling.
De juf vertelde me dus dat dat niet mocht en ik moest met blokletters schrijven.
Ik was toen erg jong, we waren nog woorden als boom aan het leren, maar ik weet nog goed hoe verontwaardigd ik was.
Toen al vond ik het belangrijk dat wat ik schreef er mooi uit zag, of dat nou moeilijker was of niet.Mijn relatie met de Nederlandsche taal is daarna nooit meer goed gekomen.

Kleine juffrouw Jo (links) op school.

Kleine juffrouw Jo (links) op school.