Ik weet niet meer precies wanneer ik mijn mobiele telefoon weg gedaan heb, ik had er vrij vroeg een, toen ze nog bijzonder waren en niet zoo veel voorkwamen.
En ik vond het best handig.
Het was een simpel ding, je kon er eigenlijk alleen maar mee bellen.
En in principe heb ik niets tegen mobiele telefoons maar wel iets tegen de gebruikers.
Want je ziet deze ondingen nu echt overal, kleine kinderen zullen nooit meer de vrijheid voelen die wij vroeger kende als je buiten ging spelen, je ouders weten je nu altijd te vinden.
De moderne mensch heeft al veel minder geduld dan onze grootouders maar dankzij allerlei mobiele apparaten wordt dit alleen maar erger want wie kan er nog gewoon even een kwartier wachten zonder gelijk naar zoo’n ding te grijpen of muziek te gaan luisteren?
In tram en trein kom ik bijna niemand meer tegen die gewoon van het voorbij gaande landschap geniet of die het gezellig vind even met een wildvreemde te kletsen.
Je mag natuurlijk wel gratis “meegenieten” van de muziek die je vaak net kunt hooren…
Daar zeg ik regelmatig wat van maar het lijkt wel alsof naast geduld ook fatsoen en tolerantie aan het uitsterven zijn want het is niet ongebruikelijk om genegeerd te worden of flink uitgescholden en bedreigt.
Gelukkig weten ze niet dat er achter het uiterlijk van een jaren ’30 dame een stoere arbeidersvrouw schuil gaat die haar mannetje staat.
Als mobiele telefoons alleen maar gebruikt konden worden om mee te bellen en het ieder gesprek je gelijk een dikke rekening op zou leveren dan zou ik ze misschien niet zoo haten.
Ik begon dus al snel een hekel aan die dingen te krijgen maar vond het ook geen fijn idee om altijd maar overal bereikbaar te moeten zijn, ook al heb ik mijn eigen bedrijf, ik wil toch ook af en toe wat vrijheid.
Natuurlijk kun je de mobiele telefoon dan ook gewoon thuis laten maar ik besloot hem weg te doen, en ik heb er geen minuut spijt van gehad.
Tenminste dat zou het geval geweest zijn als de Nederlandsche Staat de PTT, ehm nee TNT, nee KPN, nou ja, wat ze tegenwoordig ook heten, niet had toegestaan de afspraak die ze hadden over het aantal telefooncellen te laten vallen.
Ze beloofde dat er per 5000 inwoners ten minste een telefooncel zou blijven na privatisering, in 2008 kregen ze toestemming die belofte te negeren en dus gaat het nu alleen nog maar om de centen.
De telefooncel maakt geen winst, dus weg ermee.
Enkele jaren terug werkte de telefoonlijn niet meer en moest ik dus een afspraak maken met een monteur, de buren waren er niet dus ik op weg naar een telefooncel in het centrum van Amsterdam… nou dat was nog een hele tocht!
Maar toen ik er eindelijk een vond stond er een hele rij… want niet alleen rare ouderwetsche dames hebben er soms een noodig.
Er stonden toeristen wiens telefoon geen dekking had in Nederland, moderne menschen van wie de telefoon opeens kapot was gegaan of de batterijen waren op en ook nog wat oudere menschen die helemaal niet zoo’n modern ding wilde.
Hetzelfde merken we op de treinstations, wilt U liever geen kaartje kopen bij een apparaat, heeft U niet zoo’n pasje, wilt U het niet precies doen zooals het voor ons lekker goedkoop is of wilt U gewoon service van een echt mensch?
Dat kan hoor, voor die eer mag U wel 50 cent extra betalen…
In al die jaren zijn er misschien twee of drie situaties geweest waarbij ik wel een mobiele telefoon gehad zou willen hebben en dat was eigenlijk alleen maar omdat er dus bijna geen telefooncellen meer zijn.
Ik moet ook wel toegeven dat het erg leuk is om de gezichten te zien van anderen als je ze vertelt dat je geen mobiele telefoon hebt, vooral jongeren kunnen dat bijna niet bevatten.
Maar goed, ik dwaal af.
Natuurlijk moet ik nog steeds bellen en telefonisch bereikbaar zijn, dus heb ik een mooie Ericsson telefoon gekocht… uit 1937.
Hij werkt fantastisch en als die bel gaat… nou dan hoor je hem wel, wat je ook aan het doen bent!
Het is een echte “smart phone” want hij is slim genoeg om er voor te zorgen dat hij nooit naar buiten hoeft, hij hoeft geen foto’s te maken, mij internet te laten zien of muziek voor me te maken, nee mijn telefoon heeft het goed voor elkaar.
Hij heeft zijn eigen tafeltje en staat lekker rustig de hele dag in de hoek, geen gedoe, niets hard werken, dat is pas slim.
Maar het is ook een stukje romantiek.
Want niet zoo lang geleden sprak ik met iemand uit Australie, de andere kant van de wereld, via een moderne mobiele telefoon en behalve een kleine vertraging, klonk het als een gewoon gesprek.
Dat was niet echt spannend.
Maar niet lang daarna belde een vriendin uit Duitschland mij, zij op haar antieke telefoon, ik op de mijne.
En het klonk nu wel echt alsof ik met iemand uit het buitenland belde!
Wat spannend zeg om met iemand te spreken die zoo ver weg was, soms iets herhalen, soms even luider spreken, hier een kraakje op de lijn, fantastisch!
Ik moest de neiging om “Hallo Bandoeng!” te schreeuwen onderdrukken!
Zonder telefoon maak je ook nog eens wat mee, zoo moest ik eens naar Utrecht, maar raakte de weg kwijt, ontmoette leuke Utrechtenaren die ik de weg vroeg en met wie ik gelijk een babbeltje maakte en ontdekte op die manier hoe mooi die stad eigenlijk is.
Ik besloot die dag maar verdwaald te blijven, de afspraak was niet zoo belangrijk en op deze manier heb ik een onvergetelijke dag in een voor mij onbekende stad mee gemaakt.
Maar het fijnste van geen mobiele telefoon hebben is toch wel het gevoel van vrijheid.
Als ik straks de hond gaa uitlaten, kan niemand me bereiken, de Derde wereldoorlog kan uitbreken maar ik ontvang geen alarm SMS, geen bericht om te vragen of ik nog even wat boodschappen kan doen, geen vervelende klus voor mijn werk.
Even helemaal rust.
Wat naar dat er zoo veel menschen zijn die dat bijna nooit meer meemaken.
Gemak is er om de mensch te dienen maar vandaag de dag lijkt het soms alsof wij de dienaren der techniek staan, dat onze apparaten ons leven bepalen.
Maar probeer het eens, laat uw telefoon een dagje thuis, waar die hoort!
Ter herinnering, zoo dacht men in 1999 op straat in Amsterdam nog over mobiele telefoons;