8

Leven zonder mobiele telefoon

Ik weet niet meer precies wanneer ik mijn mobiele telefoon weg gedaan heb, ik had er vrij vroeg een, toen ze nog bijzonder waren en niet zoo veel voorkwamen.

En ik vond het best handig.

Het was een simpel ding, je kon er eigenlijk alleen maar mee bellen.

En in principe heb ik niets tegen mobiele telefoons maar wel iets tegen de gebruikers.

Want je ziet deze ondingen nu echt overal, kleine kinderen zullen nooit meer de vrijheid voelen die wij vroeger kende als je buiten ging spelen, je ouders weten je nu altijd te vinden.

De moderne mensch heeft al veel minder geduld dan onze grootouders maar dankzij allerlei mobiele apparaten wordt dit alleen maar erger want wie kan er nog gewoon even een kwartier wachten zonder gelijk naar zoo’n ding te grijpen of muziek te gaan luisteren?

In tram en trein kom ik bijna niemand meer tegen die gewoon van het voorbij gaande landschap geniet of die het gezellig vind even met een wildvreemde te kletsen.

Je mag natuurlijk wel gratis “meegenieten” van de muziek die je vaak net kunt hooren…

Daar zeg ik regelmatig wat van maar het lijkt wel alsof naast geduld ook fatsoen en tolerantie aan het uitsterven zijn want het is niet ongebruikelijk om genegeerd te worden of flink uitgescholden en bedreigt.

Gelukkig weten ze niet dat er achter het uiterlijk van een jaren ’30 dame een stoere arbeidersvrouw schuil gaat die haar mannetje staat.

Als mobiele telefoons alleen maar gebruikt konden worden om mee te bellen en het ieder gesprek je gelijk een dikke rekening op zou leveren dan zou ik ze misschien niet zoo haten.

Ik begon dus al snel een hekel aan die dingen te krijgen maar vond het ook geen fijn idee om altijd maar overal bereikbaar te moeten zijn, ook al heb ik mijn eigen bedrijf, ik wil toch ook af en toe wat vrijheid.

Telefooncel Valeriusplein Bron: Geheugen van Nederland Copyright: Nederlands Architectuurinstituut

Telefooncel Valeriusplein
Bron: Geheugen van Nederland
Copyright: Nederlands Architectuurinstituut

Natuurlijk kun je de mobiele telefoon dan ook gewoon thuis laten maar ik besloot hem weg te doen, en ik heb er geen minuut spijt van gehad.

Tenminste dat zou het geval geweest zijn als de Nederlandsche Staat de PTT, ehm nee TNT, nee KPN, nou ja, wat ze tegenwoordig ook heten, niet had toegestaan de afspraak die ze hadden over het aantal telefooncellen te laten vallen.

Ze beloofde dat er per 5000 inwoners ten minste een telefooncel zou blijven na privatisering, in 2008 kregen ze toestemming die belofte te negeren en dus gaat het nu alleen nog maar om de centen.
De telefooncel maakt geen winst, dus weg ermee.

Enkele jaren terug werkte de telefoonlijn niet meer en moest ik dus een afspraak maken met een monteur, de buren waren er niet dus ik op weg naar een telefooncel in het centrum van Amsterdam… nou dat was nog een hele tocht!
Maar toen ik er eindelijk een vond stond er een hele rij… want niet alleen rare ouderwetsche dames hebben er soms een noodig.
Er stonden toeristen wiens telefoon geen dekking had in Nederland, moderne menschen van wie de telefoon opeens kapot was gegaan of de batterijen waren op en ook nog wat oudere menschen die helemaal niet zoo’n modern ding wilde.

Hetzelfde merken we op de treinstations, wilt U liever geen kaartje kopen bij een apparaat, heeft U niet zoo’n pasje, wilt U het niet precies doen zooals het voor ons lekker goedkoop is of wilt U gewoon service van een echt mensch?
Dat kan hoor, voor die eer mag U wel 50 cent extra betalen…

In al die jaren zijn er misschien twee of drie situaties geweest waarbij ik wel een mobiele telefoon gehad zou willen hebben en dat was eigenlijk alleen maar omdat er dus bijna geen telefooncellen meer zijn.

Ik moet ook wel toegeven dat het erg leuk is om de gezichten te zien van anderen als je ze vertelt dat je geen mobiele telefoon hebt, vooral jongeren kunnen dat bijna niet bevatten.

Maar goed, ik dwaal af.

bakelieten telefoon

Mijn “smart phone”.

Natuurlijk moet ik nog steeds bellen en telefonisch bereikbaar zijn, dus heb ik een mooie Ericsson telefoon gekocht… uit 1937.

Hij werkt fantastisch en als die bel gaat… nou dan hoor je hem wel, wat je ook aan het doen bent!

Het is een echte “smart phone” want hij is slim genoeg om er voor te zorgen dat hij nooit naar buiten hoeft, hij hoeft geen foto’s te maken, mij internet te laten zien of muziek voor me te maken, nee mijn telefoon heeft het goed voor elkaar.
Hij heeft zijn eigen tafeltje en staat lekker rustig de hele dag in de hoek, geen gedoe, niets hard werken, dat is pas slim.

Maar het is ook een stukje romantiek.
Want niet zoo lang geleden sprak ik met iemand uit Australie, de andere kant van de wereld, via een moderne mobiele telefoon en behalve een kleine vertraging, klonk het als een gewoon gesprek.
Dat was niet echt spannend.
Maar niet lang daarna belde een vriendin uit Duitschland mij, zij op haar antieke telefoon, ik op de mijne.
En het klonk nu wel echt alsof ik met iemand uit het buitenland belde!
Wat spannend zeg om met iemand te spreken die zoo ver weg was, soms iets herhalen, soms even luider spreken, hier een kraakje op de lijn, fantastisch!

Ik moest de neiging om “Hallo Bandoeng!” te schreeuwen onderdrukken!

Zonder telefoon maak je ook nog eens wat mee, zoo moest ik eens naar Utrecht, maar raakte de weg kwijt, ontmoette leuke Utrechtenaren die ik de weg vroeg en met wie ik gelijk een babbeltje maakte en ontdekte op die manier hoe mooi die stad eigenlijk is.
Ik besloot die dag maar verdwaald te blijven, de afspraak was niet zoo belangrijk en op deze manier heb ik een onvergetelijke dag in een voor mij onbekende stad mee gemaakt.

Maar het fijnste van geen mobiele telefoon hebben is toch wel het gevoel van vrijheid.
Als ik straks de hond gaa uitlaten, kan niemand me bereiken, de Derde wereldoorlog kan uitbreken maar ik ontvang geen alarm SMS, geen bericht om te vragen of ik nog even wat boodschappen kan doen, geen vervelende klus voor mijn werk.
Even helemaal rust.
Wat naar dat er zoo veel menschen zijn die dat bijna nooit meer meemaken.
Gemak is er om de mensch te dienen maar vandaag de dag lijkt het soms alsof wij de dienaren der techniek staan, dat onze apparaten ons leven bepalen.

Maar probeer het eens, laat uw telefoon een dagje thuis, waar die hoort!

Ter herinnering, zoo dacht men in 1999 op straat in Amsterdam nog over mobiele telefoons;

2

Melk uit een glazen flesch

Ik ben gek op melk, maar tot mijn verbazing en teleurstelling is het niet meer te krijgen in een glazen flesch.

Tenminste niet hier in mijn Amsterdamsche buurtje.

Dat is jammer want, ook al is het natuurlijk eigenlijk niet netjes, melk uit de flesch drinken is toch het lekkerst.

En het blijft ook veel langer koel dan in zoo’n kartonnen pak.

Daarnaast geeft het ook veel minder afval want zoo’n flesch kun je heel vaak opnieuw gebruiken, tenminste als je melk in de winkel zelf kon bijvullen of als de melkboer nog aan de deur kwam.

Gelukkig heb ik op de rommelmarkt van die sterke flinke oude melkflesschen gevonden en daar giet ik mijn melk nu in over na het boodschappen doen.Misschien wat overdreven maar ik heb nou eenmaal veel plezier van het melk drinken op die manier.Ik moet natuurlijk wel goed op de katten letten want voor hen is melk onweerstaanbaar.

Foei Moppie, stoute kat!

GE DIGITAL CAMERAGE DIGITAL CAMERA GE DIGITAL CAMERA GE DIGITAL CAMERA    GE DIGITAL CAMERAGE DIGITAL CAMERA

0

Flesschen

Mijn keukentje is redelijk ouderwetsch ingericht, hij is nog lang niet klaar maar het begint er op te lijken.

U begrijpt dat ik het soms niet leuk vind om thuis te komen van het boodschappen doen met een hele berg moderne spullen.

Al die plastic verpakkingen en felle etiketten met schreeuwerige leuzen vloekt nogal in een keuken vol grijs gewolkt emaille.

Je kunt dan natuurlijk al je spulletjes snel verstoppen achter gordijntjes of in kasten maar een andere mogelijkheid is het gebruik van glazen flesschen.

Ik heb een voorkeur voor de beugelsluiting met porseleinen dop, niet alleen reuze ouderwetsch maar ook mooi en practisch!

Niet alleen gebruik ik ze in de keuken voor opslag maar ze zijn ook reuze handig voor als je wat te drinken bij je wilt hebben onderweg.

De kosten vallen reuze mee, zoolang de katten ze niet kapot gooien gaan ze eeuwig mee.

Bij thuiskomst giet ik de vloeistof uit alle lelijke plastic fleschen over in de glazen flesschen.

Ik zorg natuurlijk wel dat ik op een stukje plakpapier opschrijf wat er in de flesch zit en als het een gevaarlijk goedje is kan ik ook wat in het glas of in de dop krassen, zoodat ik weet dat ik die nooit voor iets anders gebruik.

In ieder geval vind ik deze flesschen toch wel wat mooier staan en hoef ik ze nu niet meer te verstoppen.

flesschen

0

In de wolken

U denkt misschien dat ik een ouderwetsche troela ben die vooral de hele dag thuis bij de radio zit kousen te stoppen of huisdieren te pesten.
Maar ik ben eigen baas en heb een bedrijfje, het Historisch Adviesbureau 30-45.
Ik geef advies over het dagelijksch leven in de jaren 30-45 voor film, tv, musea, particulieren, schrijvers, historici, etc.
Dat is natuurlijk een hele fijne baan voor mij.
En het zorgt er voor dat ik af en toe erg leuke dingen mag doen.
Zoo liep ik enkele jaren geleden rond op het Aviodrome themapark als een van die stoere vrouwelijke luchtvaart pioniers.

Een hele eer en vooral ook erg leuk.

Mocht helaas niet vliegen en moest het vliegtuig na afloop terug geven.

Bij de DeHavilland DH60 Gypsy Moth.

Bij de DeHavilland DH60 Gypsy Moth. © Foto Cornel Baumbach

0

Buitenlandsche politiek

Ik ontwijk het nieuws van vandaag de dag niet, natuurlijk interesseer ik me niet voor wat welke pop artiest of ‘soap ster’ nu weer gedaan heeft, wat welke politicus belooft of wat er in de mode is, maar het wereldnieuws hou ik in de gaten.
Ook al wordt je er niet vrolijk van, om de haver klap slaat iedereen elkaar het hoofd in om de meest belachelijke redenen.
Maar dankzij mijn liefde voor het verleden kan ik gelukkig veel relativeren.
Want eigenlijk is het altijd al zoo geweest.
Natuurlijk eindigde mijn geliefde jaren ’30 in de vreselijke Tweede Wereldoorlog maar ook tijdens het Interbellum (de periode tussen de twee wereldoorlogen in) was het regelmatig gedonder.
En ook toen gebruikte men de media uitgebreid en kwamen de foto’s van verminkte kinderen regelmatig voorbij.
Zoo hadden we de Spaansche Burgeroorlog (1936-1939), toch wel dicht bij ons kikkerlandje en verder weg de Tweede Chinees-Japanse Oorlog met het gruwelijke bloedbad in Nanking.
Dat nieuws viel ook hier in ons land niet te vermijden.
Alhoewel we toen natuurlijk nog geen internet en tv hadden en de stortvloed van ellende van een kleinere schaal was.
Maar ook de problemen in ons eigen landje vallen in een ruimere context te plaatsen als je de geschiedenis goed kent.
Bijna alle problemen die we nu hebben, kwamen toen ook voor.
Soms in mindere mate, soms beter verborgen, maar het was er wel.
En zoo zorg je er ook voor dat je niet te nostalgisch wordt.
Een passie voor het verleden is mooi maar je moet er niet met een rosse zonnebril naar kijken.
De donkere kant van vroeger moet je ook durven bekijken.

Hoe dan ook, met deze woorden wil ik geen discussie beginnen over welk modern politiek onderwerp dan ook, daar is dit de pagina niet voor.
Maar ik wil U, die continue geconfronteerd wordt met alle ellende in de wereld, een hart onder de riem steken.
Menschen maken er al eeuwen een zooitje van, dat is niets nieuws en zal helaas ook wel nooit ophouden.
Voor veel conflicten is de oorzaak te vinden in het verleden maar soms ook de oplossing, ook al is men vaak te blind om dat te zien.
Maar als je kijkt hoe het vroeger was en hoe het nu is, weten we in ieder geval dat er een kleine verbetering is.
Want een voordeel van de moderne tijd is wel dat dankzij de (sociale) media en die vreselijke mobiele telefoons, iedereen een reporter kan zijn.
Daar zitten natuurlijk ook nadelen aan vast, maar het is nu wel moeilijker voor legers en regeringen om weg te komen met hun misdaden en het is nu nog belangrijker voor hen om zich zorgen te maken om onschuldige burgerslachtoffers… of te doen alsof.
De hele wereld kijkt mee en dat was in de jaren ’30 toch wel anders.

helpt spanje

0

Racende dame

Dat niet alle vrouwen in de jaren ’30 gezellige gehoorzame stille huisvrouwen en keukenprinsesjes waren zal geen verassing zijn, maar het blijf leuk de uitzonderlijke dames van toen af en toe wat extra aandacht te schenken.
Mag ik aan U voorstellen; Mrs Marjorie Eccles met haar Rapier raceauto in 1936.
Niet alleen was ze een autocoureur maar tussen het racen door vond ze ook nog tijd voor haar breiwerkje en ziet ze er ook nog uit als een dame.
Bravo!

racende dame

0

Boodschappen doen, toen en nu.

Een kleine vergelijking met het boodschappen doen vroeger en nu.

Toen:
U loopt een paar meter tot de kruidenier op de hoek, een klein gezellig winkeltje, U kent de winkelier goed want hij woont natuurlijk boven de winkel en U komt er al jaren.
“Goedenmorgen juffrouw”
“Goedenmorgen mevrouw, waarmee kan ik U van dienst zijn?”
U geeft uw lijstje en de winkeljuffrouw haalt de boodschappen van de planken achter de balie.
Mooie verpakkingen en soms gaat het in een papieren puntzak.
Ondertussen kletst U wat met de buren want tja, iedereen doet de boodschappen in dezelfde kleine winkels dus U komt altijd iemand tegen die U kent.
De winkeljuffrouw is klaar, ze rekent in een paar tellen het totaal op.
“Kan ik anders nog iets voor U betekenen?”
“Heeft U ook die nieuwe theebuiltjes?”
“Nee mevrouw, helaas niet, zal ik ze voor U bestellen?”
“Heel graag.”
“Dat wordt dan 1 gulden en 37 cent totaal, of zal ik het opschrijven?”
Ach wat aardig, de winkeljuffrouw kent U natuurlijk heel goed en weet dat uw salaris pas aan het eind van de maand komt, dus de rekening gaat in het grote boek, U betaald dan wel.
U controleert even uw boodschappen, Sunlight zeep, koffie, thee, Kwatta reep, suiker, ja hoor, in orde.
De winkeljuffrouw pakt de boodschappen netjes in en plaatst ze in uw boodschappen tas.
“Tot de volgende keer juffrouw!”
“Dag mevrouw, tot ziens!”
U zegt uw buren gedag en wandelt naar de Gruyter voor het snoepje van de week en dan ook nog even naar de bakker, groentenboer en de Koloniale Waren voor wat lekkers.

Nu;
U moet een flink eind loopen of zelfs met openbaar vervoer, auto of tram naar de supermarkt, want bijna alle kleine buurtwinkeltjes zijn ten onder gegaan.
Vroeger zaten ze in bijna iedere straat, nu nog een paar per buurt en die verkoopen vaak niet wat U noodig heeft.
De supermarkt is een lelijk, kil groot betonnen gebouw.
Voor de deur een daklooze die krantjes verkoopt, vastgebonden honden, hangjongeren.
Het lukt U deze keer niet omver gereden te worden door fietsers die denken dat de stoep van hen is.
U zegt er maar niets van want anders wordt U uitgescholden of bedreigt, dat kunt U tegenwoordig verwachten van straatjongens maar ook van huismoeders met kinderen achterop.
De winkel doet zijn naam ‘zelfbediening’ eer aan want U mag alles zelf doen.
Eerst zelf een karretje pakken, heel gedoe met muntjes en kettingen want ze worden blijkbaar om de haverklap gestolen en daar moeten we allemaal voor boeten.
Omdat de supermarkt verder weg is doet U meer boodschappen, eigenlijk te veel om te tillen maar ja, het is niet anders.
Muziek klinkt, toen U jong was hoorde U “muzak” in de winkel, vreselijk saaie muziek, maar tegenwoordig lijkt het wel alsof ze de vakkenvullers de muziek uit laten kiezen, want moderne pop muziek klinkt en af en toe vangt U gezellige straattaal op en roept een hiphopper wat woorden waarvan U nog een draai om U ooren gekregen zou hebben als U ze gebruikt had.
U baant zich een weg door de andere winkeliers, velen dragen een koptelefoon of zijn bezig met hun mobiele telefoon en negeren U, soms moet U het drie keer vragen of U er langs mag.
U komt bijna nooit buren of bekende tegen en als dat wel het geval is dan blijft het meestal bij een groet want niemand heeft tijd om te kletsen.
Rij na rij na rij vol spullen die U eigenlijk niet noodig heeft, waar staat nu toch de zeep?
Gevonden, 34 verschillende soorten zeep, allemaal een ander merk, maar uiteindelijk maken ze toch eigenlijk alleen maar schoon.
Sunlight hebben ze nog maar dat stinkt tegenwoordig zoo naar citroen.
U kijkt verder, ze stinken eigenlijk allemaal, wie wil er nu een huis dat naar de “wilde frischheid van limoenen” ruikt?
Er is nu wel veel meer aanbod dan vroeger maar eigenlijk vooral dezelfde producten alleen met een andere naam en natuurlijk zijn die zaken die U zoekt net uitverkocht of ze zijn niet meer te krijgen of zijn vervangen door macro biotische halal koosjer veganistische dropveters.
Koffie, U wilt koffie maar er staan zooveel pakken, allemaal beweren ze uniek te zijn maar welke is nou gewoon lekker?
U slaat in, wat een berg plastic heeft U straks weer in huis.
Helaas staat de jam niet op zijn vertrouwde plaats, weer verhuisd.
U vraagt het even aan zoo’n jongen die de vakken aan het vullen is, hij negeert U en loopt weg.
U vraagt het aan een andere jongen.
“Pardon jongeman, mag ik wat vragen?”
“Huh? Ja?”
“Waar staat de Jam?”
De jongeman loopt weg en laat U verbijstert achter.
U zoekt naar een andere vakkenvuller, ze lijken allemaal zoo druk bezig, overal staan verpakkingen, dozen en rekken in het gangpad.
Wat een rommeltje.
Oh de jongeman is terug gekomen, wat blijkt, U had hem moeten volgen, U schaamt zich een beetje want blijkbaar bent U de eenige in Nederland die geen gedachten kan lezen.
De jam gevonden, gelukkig, tussen alle rare moderne smaakjes en merken vind U de oude vertrouwde Hero Aardbeienjam.
Brood wordt er blijkbaar dagelijksch gebakken maar U weet ook wel dat het allemaal bijna kant en klaar van een grote fabriek komt en vooral eigenlijk alleen opgewarmd wordt.
Lang niet zoo lekker als het brood van de bakker van vroeger.
Dan maar naar de kassa, lang in de rij staan, gelukkig mag U meegenieten van de harde muziek uit de koptelefoon van de mijnheer voor U.
Als hij aan de beurt is gaat net zijn telefoon, we mogen allemaal meegenieten van zijn nogal intieme gesprek en de kassajuffrouw moet maar even wachten.
En de rest van de rij dus ook.
Eindelijk bent U aan de beurt, alle boodschappen uit uw wagen tillen en op de rollende band zetten.
De kassajuffrouw kijkt niet op of om en gunt U geen blik waardig.
Duidelijk verveeld haalt ze de spullen over een scanner, ze stopt alleen even om te vragen of haar collega vanavond nog uit gaat.
We mogen weer allemaal even wachten.
Als ze klaar is mompelt ze het totaal, U moet twee keer vragen of ze het wil herhalen, boos wijst ze naar een schermpje waar het ook op staat.
“Heb je een bonus?” vraagt ze.
“Pardon?”
“Bonus kaart!”
“Nee juffrouw.”
Ze haalt haar schouders op en wacht ongeduldig tot U uw pasje in het apparaat steekt, nee niet zoo, niet zoo, nee andersom, eerst O.K. drukken, ja nog eens, de kaart weigert, opnieuw.
Techniek dient de mensch zullen we maar denken.
U haalt uw portemonnaie tevoorschijn en betaalt met echt geld, tot teleurstelling van de kassajuffrouw.
Het is weer erg duur allemaal, maar helaas, U heeft geen keus, Albert Heijn heeft alle goedkoope supermarkten in de omgeving opgekocht.
U krijgt geld terug.
“Dank U juffrouw, tot ziens.”
De kassajuffrouw negeert U en kletst al weer met haar collega over een jongen die ze gezoend heeft.
De rij wacht.
Uw boodschappen liggen in een hoop op de lopende band, de helft net waar U er niet bij kunt.
Het is een zelfbediening dus nadat U zelf uw boodschappen zocht, zelf het karretje rond duwde en zelf alles bij de kassa neerzette mag U het nu ook zelf in uw tas stoppen.
In sommige winkels mag U ze ook nog zelf afrekenen.
Karretje ook nog even zelf terug brengen naar de ingang en dan staat U eindelijk weer buiten.

Een kleine vergelijking met het leven van enkele decennia terug en vandaag.
Misschien een beetje overdreven hier en daar en wat kort door de bocht, maar dit is voor mij toch wel een vrij herkenbare regelmatige gang van zaken hier in de grote stad.
Vroeger was het natuurlijk ook niet altijd even leuk in de buurtwinkel, maar ik denk dat ik toch liever zoo’n winkeltje bezocht dan de supermarkt.
Daarnaast speelde deze buurtwinkeltjes ook een grote rol in de sociale structuur van iedere buurt.

grutterswaren2

Welkom

Ik ben wel erg veel actief op het internet voor iemand die zoo ouderwetsch is vind U ook niet?

Maar ja, ik deel mijn ideeën en gedachten met veel plezier en hoor ook graag van anderen wat zij nu zooal vinden van de moderne wereld en natuurlijk het leven van vroeger.

Daarnaast is facebook niet altijd even geschikt voor het delen van lange verhalen.

Allereerst mijn excuses voor het belabberde taalgebruik, ik ben naar van die hele verantwoorde scholen geweest waar kinderen vooral hun eigen niveau mochten bepalen en heb dus bar weinig geleerd.
Daarnaast ben ik gek op de oude vooroorlogsche spelling en haal die er te pas en te onpas bij.
Dat maakt het lezen vast niet makkelijker maar ik vind die oude woorden er zoo mooi uitzien.

Op deze website deel ik dus af en toe wat verhalen over mijn leven.

Wilt U meer weten over mij en waarom ik nou zoo ouderwetsch ben, klik dan op ‘wie ik ben’ boven aan de pagina.