3

Vandaag herdenk ik de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en niets anders.

Op 4 herdenkt iedere goede vaderlander de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Ik neem dat heel serieus en vind echt dat als je als Nederlander geen aandacht schenkt aan ons verleden en dan vooral die duistere oorlogsjaren, dat je geen goede Nederlander bent.
En ja dan kijk ik naar die personen die straks om 8 uur niet stil zijn of erger die gewoon doorrijden, ongeduldig mopperen als ze niet langs een herdenking kunnen of die hun desinteresse niet voor zich kunnen houden.

Als je ons verleden niet kent zul je ons volk nooit begrijpen en ik heb simpelweg geen tijd voor menschen die denken dat dat niet belangrijk is.

Maar wat moeten we herdenken?

De oorlog is zoo’n groot verhaal, zoo’n enorme gebeurtenis en heeft zoo veel levens verwoest.
Het heeft een litteken achter gelaten in de ziel van onze volk en dat van volkeren en landen over de hele wereld.
Maar miljoenen dooden, oorlog, geweld, opoffering, heldendaden, verraad, verdriet in een gebeurtenis die een invloed had die we vandaag de dag nog internationaal voelen is voor sommigen blijkbaar niet genoeg voor een paar minuten stilte.

Al jaren zijn er lieden die vinden dat we maar eens verder moeten, dat die herdenking niet meer noodig is of dat het nu zoo lang geleden is dat we er allerlei andere onderwerpen met de haren bij moeten sleuren.
Politici en menschen die zoo bezeten zijn door hun eigen standpunten of problemen dat ze niet begrijpen dat de rest gewoon even stil wil staan bij die oorlog.

Het is absoluut onbegrijpelijk dat we in Nederland niet gewoon kunnen doen wat ze in vele andere langen wel doen, soms al eeuwen lang; namelijk stil staan bij een enkele gebeurtenis en het fatsoen hebben om niet over je eigen sores of politieke standpunten te beginnen.In andere landen worden oorlogen, conflicten en rampen herdacht zonder dat er iemand bij komt staan met een spandoek voor een heel ander iets of dat een politicus er in een toespraak over begint wat er nou weer aan de hand is in een of ander ver land.Begrijp me goed, het gaat me niet om de standpunten die deze menschen hebben, meestal, vaak zelfs, ben ik het met ze eens en zal minstens hun recht om hun standpunt uit te dragen verdedigen.Maar voor alles is een tijd en plaats en de herdenking van een van de grootste oorlogen ooit is hier niet geschikt voor.Als we de slachtoffers van de Titanic gaan herdenken moeten we dan ook die van latere scheepsrampen herdenken of moeten we dan ook aandacht schenken aan een of ander hedendaagsch conflict in een ver land?
Of mogen we gewoon even een paar minuten in ons drukke leven opzij zetten om te denken aan die gruwelijke ramp in 1912?Zoo onredelijk en waanzinnig komt het om mij over iedere keer als er weer iemand over iets anders herdenken begint dan de Tweede Wereldoorlog op 4 mei.Neen, 4 Mei herdenk ik de gevallenen van 1939-1945 want dat conflict op zich zelf is genoeg om even een paar minuten aandacht per jaar te verdienen.
Minstens.
Iedereen die met andere zaken op de proppen komt beledigt mij daarmee persoonlijk.
En het moet maar eens uit zijn.
Als andere landen zonder gehannes al decennia bepaalde historische conflicten en gebeurtenissen kunnen herdenken zonder gedonder dan moeten wij dat ook kunnen.
En als ook U alleen de oorlog wilt herdenken en niets anders, staa daar dan ook voor.
Laat het weten, deel dat standpunt met uw kennissen en vrinden en laat U geen schuldcomplex aanpraten dat we vandaag even minder aandacht hebben voor al die andere vreselijke dingen.Een wereldoorlog met miljoenen slachtoffers, een gebeurtenis die nog dagelijksch een invloed heeft op onze wereld, is genoeg reden om een paar minuten bij stil te staan!
Het is schandalig en obsceen dat er menschen zijn die denken dat het een goed moment is om er iets heel anders bij te betrekken.Hedendaagse oorlogen, terrorisme, vluchtelingen, politieke spanningen, etc, etc, daar hebben we het morgen weer over.
Maar nu even niet.Vandaag is voor vroeger.
Even een stop op de hedendaagsche spanningen, even rust, even stilte, even nadenken over waar we vandaan komen, wie onze voorouders waren en wat zij doorstonden.
Even een moment voor de mannen, vrouwen, jongens en meisjes van over de hele wereld die alles riskeerden en vaak gaven voor onze vrijheid.
En hun ouders die misschien een nog groter offer gaven; hun kinderen.Ik schreef al eerder over mijn familie.
Ik ben me er enorm van bewust dat ik mijn leven te danken heb aan de samenwerking van vele duizenden Geallieerde soldaten, piloten, matrozen, hun commandanten, de politici, de vrouwen in de munitie fabrieken, hun ouders maar vooral de jongens die letterlijk het kamp van mijn Oma binnen marcheerde om de Jap te vertellen dat het uit was met de martelingen en mishandelingen en dat mijn Oma nu vrij was.
En de Canadeeschen die Nederland bevrijde en de Mof vertelde dat het uit was met hun terreur en honger.Voor mij gaat het niet alleen om het dankbaar zijn voor vrijheid en democratie.
Ik heb aan al die menschen van verschillende geloven, nationaliteiten, huidskleuren en afkomsten mijn leven te danken, letterlijk.
En helaas weet een erg groot deel van het Nederlandsche volk niet eens dat als de oorlog een paar maanden, weken of zelfs dagen langer had geduurd, dat zij er dan ook niet waren.Zooals ieder jaar staa ik niet alleen stil bij dat hele grote onderwerp van de oorlog en die grote aantallen slachtoffers maar ook bij enkele individuen.
Want wie kan zich echt iets voorstellen bij miljoenen dooden?
Ik probeer ieder jaar specifiek een of meerdere nieuwe personen op te zoeken waar ik tijdens mijn minuten stilte even aan denk naast al die anderen.Vandaag om 8 uur schenk ik aandacht aan een gezin, volslagen vreemden maar die mij toch heel erg na staan;
De familie van de Kar.
Zij woonde in 1941 namelijk in mijn wooning maar werden allen door de Nazi’s vermoord.

Isaäc van de Kar
Amsterdam, 22 oktober 1883 – Auschwitz, 15 oktober 1942
Bereikte de leeftijd van 58 jaar

Rachel van de Kar-Wijnschenk
Amsterdam, 3 juni 1886 – Auschwitz, 15 oktober 1942
Bereikte de leeftijd van 56 jaar

Simon van de Kar
Amsterdam, 5 maart 1919 – Auschwitz, 31 augustus 1943
Bereikte de leeftijd van 24 jaar  Beroep: Kleermaker

Rebecca van de Kar
Amsterdam, 7 september 1911 – Auschwitz, 15 oktober 1942
Bereikte de leeftijd van 31 jaar  Beroep: Naaister

Ook de kinderen die toen niet bij hen in mijn huis woonde zijn vermoord;

Klara van der Sluis-van de Kar
Amsterdam, 23 november 1912 – Auschwitz, 3 december 1942

Flora Kooker-van de Kar
Amsterdam, 18 oktober 1906 – Auschwitz, 15 oktober 1942

Isidoor van de Kar
Amsterdam, 5 augustus 1908 – Midden-Europa, 9 mei 1945
Bereikte de leeftijd van 36 jaar  Beroep: Typograaf

En zelfs hun kleinkinderen waren niet veilig;

Henriette van der Sluis
Amsterdam, 21 september 1929 – Auschwitz, 3 december 1942
Bereikte de leeftijd van 13 jaar

Marcus van der Sluis
Amsterdam, 4 april 1937 – Auschwitz, 3 december 1942
Bereikte de leeftijd van 5 jaar

Ik weet eigenlijk niets van ze, heb nog steeds geen kans gezien hun dossier in te kijken of eens goed onderzoek naar ze te doen.

4

Onder de vloer gevonden stamkaarten van joodse oorlogsslachtoffers nu terug bij familieleden

Ruim een maand geleden schreef ik over de distributiestamkaarten die onder de vloer van mijn buurman gevonden waren en sindsdien bij mij in de kast lagen.

Het verhaal dat ik hierover schreef kunt U lezen door hier te klikken.

Door het verhaal met U te delen en door de reacties en tips die binnen kwamen op mijn Facebook pagina probeerde we samen nog een keer familieleden van Philip en Saartje Cohen de Lara te vinden.

En deze keer lukte het!

Via via kwam ik, dankzij de hulp van mijn Facebook ‘volgers’ terecht op een foto op het internet van twee kleine meisjes op een strand, Sonja en Riet stond er bij en ze waren online gezet door een zekere Philip.

Sonja en Riet

Sonja en Riet

Dat paste wel heel netjes bij de informatie die we al eerder hadden uitgevonden en dus plaatste ik een bericht bij de foto;

Zijn dit Margaretha (Riet) Sientje Cohen de Lara en Sonja Margaretha – Cohen de Lara?
Dan heb ik de stamkaarten van hun ouders gevonden onder de vloer.

Al snel kreeg ik een reactie terug;

dag Jo. ik zit nu op vakantie. ik neem volgende week contact met je op. ik ben de zoon van Sonja. Philip en Saar waren mijn opa en oma.
ik zit te janken op het strand op Zanzibar

Toen ik dat las kreeg ik kippenvel.

Op zijn fotopagina vond ik toen ook de foto van Philip en Saartje Cohen de Lara, eindelijk zag ik de gezichten van de twee menschen die na al die tijd toch, op een bepaalde manier, een beetje bekenden van me waren geworden.
Wat had ik ze graag in het echt ontmoet.

Saartje en Philip

Saartje en Philip Cohen de Lara

Philip was op vacantie toen hij mijn bericht en het bijbehorende verhaal las maar toen hij weer in Nederland was nam hij contact met me op en een afspraak was toen snel gemaakt.

Niet veel later ontving ik hem bij mij thuis en vertelde hij mij het een en ander over de familie en de impact die de oorlog op hen heeft gehad.
Het blijft een mysterie hoe de stamkaarten van zijn grootouders bij de onderburen onder de vloer terecht zijn gekomen.

Waarom heeft Mathilde Noach deze daar verstopt?

Ik denk dat ze in het Verzet zat of in ieder geval de familie Cohen de Lara wilde helpen.
Misschien moest zij valsche papieren voor ze regelen of de originelen bewaren, het zou goed kunnen dat Saartje en Philip dus plannen aan het maken waren om zelf ook onder te duiken.
Maar de waarheid zullen we waarschijnlijk nooit weten.
En dat is reuze jammer, want het zou dus best kunnen dat Mathilde een verzetsheldin was die nooit de erkenning heeft gekregen die ze mogelijk wel verdiend.
Wat zou het mooi zijn als we die haar ooit alsnog kunnen geven.

Philip vertelde me dat zijn moeder en haar zus het waarschijnlijk moeilijk zullen krijgen met het nieuws van de distributiestamkaarten en dat hij daarom even het juiste moment afwacht om ze het nieuws te vertellen.
Dat begrijp ik natuurlijk helemaal.
En ook al zal het ze overstuur maken, toch hoop ik dat de kaarten uiteindelijk ook troost bieden en niet alleen een vervelende herinnering aan een duister verleden zullen zijn maar ook een extra verbinding met hun ouders.

Toen het moment daar was en ik de kaarten van zijn opa en oma overhandigde aan Philip kregen we het beiden toch even te zwaar.

Maar nu zijn de distributiestamkaarten dus waar ze horen, na zoo’n 70 jaar zijn ze nu weer bij de familie.
Zelden heeft een historische speurtocht me zooveel voldoening gegeven.

Als Sonja en Riet straks het nieuws hebben gehoord en de familie de kans heeft gekregen er even rustig over te praten dan laat Philip nog even horen hoe het gegaan is en of er misschien iets meer duidelijkheid is over wat er toen precies gebeurt is, hoe die kaarten bij ons onder de vloer terecht kwamen en wat Mathilde er mee te maken had.
Ik houd U op de hoogte.

Nogmaals iedereen bedankt voor het helpen.

3

Het mysterie van de stamkaarten verborgen onder de vloer

Toen ik net op de Tweede Boerhaavestraat kwam woonen hier in Amsterdam sprak mijn onderbuurman me aan en vertelde me dat hij iets had gevonden dat mij vast wel zou interesseren.

Bij de renovatie had hij onder de vloer twee distributie stamkaarten gevonden, gewikkeld in een stuk bruin papier.
Iemand had ze daar duidelijk tijdens de oorlog verstopt maar nooit opgehaald.
De distributie stamkaarten, die je noodig had om aan eten te komen tijdens de bezetting, waren van een zekere Saartje en Philip Cohen de Lara geweest, aangezien dit twee Joodsche namen waren dacht ik er gelijk aan dat zij hier misschien ondergedooken hadden gezeten of misschien wat spullen hadden achtergelaten toen ze gingen onderduiken of op het punt stonden om op transport gezet te worden.
Het was wel vreemd want dit type stamkaart werd tot eind 1944 gebruikt en toen waren de meeste Jooden al uit Nederland getransporteerd.
Als Philip en Saartje bij deze groep hoorde dan zouden ze denk ik hun stamkaarten wel meegenomen hebben.
Dus zou het goed kunnen zijn dat ze zijn ondergedooken of valsche papieren kregen en deze originelen om de een of andere reden verstopt moesten worden.
Dankzij de fantastische en enorm indrukwekkende website ‘Joods Monument‘ kon ik Philip en Saartje al snel vinden.
Helaas hadden geen van beiden de oorlog overleefd, maar hun twee kinderen wel,  Margaretha (Riet) Sientje Cohen de Lara and Sonja Margaretha Nijman – Cohen de Lara.
Zoowel Philip als Saartje zijn op 31 Januari 1944 in Auschwitz vermoord.
Beide echte Amsterdammers, hier geboren en getogen, maar voor de Nazi’s telde dat niet, die vonden ‘ras’ belangrijker.

Ook vreemd aan deze vondst was dat de Cohen de Lara’s niet op mijn adres woonde tijdens de oorlog.
Zij woonde op de Grensstraat 19, niet op de Tweede Boerhaavestraat 71-1, waar de kaarten gevonden zijn.
Daar woonde tijdens de oorlog Mathilde Noach, een joodsche verpleegster die in Duitschland was geboren en dus waarschijnlijk in de jaren ’30 naar Nederland gevlucht was.
Haar vader Annij Noach zat in het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht Het Apeldoornse Bos, voor de oorlog waren haar ouders al gescheiden wegens de ‘medische conditie’ van Annij, en woonde moeder en kinderen elders.
Mathilde was ergens in de 40 toen de oorlog begon, mijn leeftijd dus.
En net als ik ongetrouwd en zonder kinderen.

Ik denk dat ze erg sociaal was en om haar medemensch gaf, dat moet haast wel als je verpleegster bent.
Om de een of andere reden, ergens tussen September 1939, toen de kaarten uitgereikt werden, en Mei 1943, toen Mathilde op transport gezet werd naar Sobibor en daar ook werd vermoord, heeft zij de distributie stamkaarten van Philip en Saartje gekregen en onder de vloer verstopt.
Moest ze ze voor hen bewaren omdat ze gingen onderduiken, waren ze daar achtergelaten en was de volgende bewoner bang dat de Duitschers ze zouden vinden en bepaalde conclusies zouden trekken?
We zullen het misschien nooit weten.

Natuurlijk kon ik mijn nieuwsgierigheid weer niet bedwingen en ben ik op zoek gegaan naar nog levende familieleden.
Ik vond een neef maar helaas liet die vervolgens niets meer van zich horen.
Sonja en Riet Cohen de Lara zouden nog wel te vinden moeten zijn, binnenkort maar eens de telefoongids uitpluizen.

Mathilde had nog een broer en een zus die de oorlog overleefde maar die inmiddels overleden zijn.
Wat was toch die connectie tussen Mathilde en de Cohen de Lara’s?
Hoe kwamen hun stamkaarten onder haar vloer terecht?
Waren ze vrienden, hebben ze tijdens de bezetting avonden hier gezeten, fluisteren over wat ze toch konden doen?

En de familie die in mijn huis woonde?
In de kamers die ik nu betrek woonde het Gezin Isaäc van de Kar.
Isaäc zelf, zijn vrouw Rachel en hun twee volwassen kinderen Rebecca en Simon.
Ze zullen het niet ruim gehad hebben, een van de kinderen zal wel in de woonkamer geslapen hebben of anders op zolder.
Geen van hen hebben de oorlog overleefd.

En ook de familie op de begaande grond en op 3 hoog zijn voor het overgrote gedeelte niet terug gekomen uit de kampen.
Een sombere gedachte.
De trappen die ik dagelijks op- en afstijg liepen zij ook vaak op en af, ook die laatste keer, angstig, met koffers en rugzak, nog een keer omkijken en dan de duisternis in.
stamkaarten cohen de lara

2

Herdenken is de plicht van iedere goede vaderlander

Op 4 Mei herdenken we in Nederland natuurlijk alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

De laatste jaren probeert men de reden tot herdenken uit te breiden en er allerlei andere dingen bij te halen, maar daar doe ik niet aan mee.

Natuurlijk verdienen al die andere oorlogen, conflicten en slachtoffers ook aandacht en herdenking maar de Tweede Wereldoorlog was zoo een gigantisch groot iets, zoo’n wereldverscheurende gebeurtenis dat ik vind dat we best een paar minuten per jaar alleen aan deze oorlog kunnen besteden.

Het is ook weer iets typisch Nederlandsch, die bekrompen manier van omgaan met ons verleden, dat enorme minderwaardigheidscomplex dat ons achtervolgt waardoor we krampachtig van alles erbij proberen te halen om het maar ‘relevant’ te houden en we in de jaren ’50 (!) al begonnen te praten over het afschaffen van de herdenking.
We moeten alles over-nuanceren, er een discussie over goed en fout over maken, ook lekker veel praten over de verraders en dat het Verzet ook niet helemaal in orde was…
Gewoon accepteren dat dit iets grootsch was en dat we als goede vaderlanders de plicht hebben deze oorlog nooit te mogen vergeten en we even onze kop moeten houden op 4 Mei is blijkbaar te moeilijk, te veel gevraagd.

Terwijl ze in veel andere landen nog steeds met veel aandacht veldslagen van eeuwen geleden herdenken en er iedere avond bij de Menenpoort in Ieper de gevallenen van de Eerste Wereldoorlog worden herdacht met ‘The Last Post’ en een moment stilte, doen wij hier al decennia moeilijk over die ene keer per jaar, of we de voormalige vijand moeten uitnoodigen, hoe we de jeugd erbij kunnen betrekken, halen we moderne politieke verhalen erbij, etc, etc.

Tientallen miljoenen menschen stierven wereldwijd, het was een gruwelijke oorlog, menschen werden uitgeroeid op basis van afkomst, we werden bijna vijf jaar onderdrukt, de vrijheid van meningsuiting en pers verdween, een hele generatie werd getraumatiseerd, ons land berooft en beschadigt, etc, etc.
Maar dat is blijkbaar niet belangrijk genoeg om een enkele minuut per jaar stil bij te staan….

Als U op 4 Mei niet een minuut stil kunt staan bij die vreselijke tijd, dan bent U geen vrind van mij, sterker nog dan durf ik te zeggen dat U geen goede vaderlander bent, dat betekent misschien niet veel voor de gemiddelde moderne mensch maar voor mij dus wel. Want wat is een mensch zonder plichtsbesef?
Als U dit niet belangrijk vind dan vind U onze samenleving niet belangrijk, wie we zijn, waar we vandaan komen, wat ons gemaakt heeft zooals we zijn. De invloed van die oorlog is overal te zien, dagelijksch nog, voor hen die willen zien.
Dat negeren of je er niet voor interesseren is een klap in het gezicht van ons hele volk maar ook de slachtoffers van toen, ongeacht afkomst of nationaliteit. En dat is indirect weer een klap in het gezicht van hen die vandaag de dag nog steeds dit soort vreselijke dingen mee maken in andere delen van de wereld.
Daar geen compassie voor voelen, of het nu gisteren gebeurde of 70 jaar geleden, maakt U onmenschelijk.

Het zal U vast niet verbazen dat de Tweede Wereldoorlog een grote rol speelt in mijn leven.
Niet alleen heeft mijn familie toen flink te lijden gehad (oa in een Jappenkamp) maar ik ben er altijd al gefascineerd door geweest.
Als klein meisje realiseerde ik me al snel hoe geschiedenis invloed had op het dagelijksch leven van vandaag de dag, hoe onzen samenleving er door gekleurd was. Ik begreep dat geschiedenis iets was dat ooit gebeurde op de plek waar ik woonde, wandelde, speelde, naar school ging, etc. En dat heeft me eigenlijk nooit los gelaten.

Een groot deel van mijn werk heeft met de oorlog te maken, ik werk in musea, doe onderzoek voor documentaires, lever spullen voor films, etc. Vorige week nog stond ik in het Zuiderzeemuseum nog scholieren het belang van vrije pers uit te leggen en liet ze de angst en paranoia ervaren van betrokken zijn bij het Verzet maar niemand kunnen vertrouwen.

Foto; Eugene Bakker

Foto; Eugene Bakker

En natuurlijk heeft mijn levensstijl hier ook een grote invloed op.
Door me dagelijksch te omringen met de jaren ’30 is de generatiekloof tussen de oorlogsgeneratie en mij behoorlijk klein en voelt het soms alsof die oorlog niet zoo heel lang geleden heeft plaats gevonden.
Als ik naar films en foto’s van toen kijk en als ik met menschen spreek die de oorlog mee gemaakt hebben, met veteranen, met voormalige leden van het Verzet maar ook met zij die toen kinderen waren, dan valt ons verschil in leeftijd bijna, want we droegen dezelfde soort kleeding, hun huizen waren ingericht in dezelfde stijl als mijn wooning, we luisterden naar dezelfde muziek, kennen dezelfde films en weet ik dat hun dagelijksch leven op een aantal punten overeenkomsten vertoonde met dat van mij vandaag.

Op 4 Mei herdenken we de oorlog, dat is bijna niet te doen, helemaal niet in een minuut, of zelfs een uur, ook niet als je er eigenlijk het hele jaar mee bezig bent.

kinderen in kamp

Daarom herdenk ik vandaag persoonlijk niet alles en iedereen tegelijk maar hou ik het op deze avond bij een klein groepje menschen.
Ik denk aan mijn lieve oma die ik nooit gekend heb, die in een Jappenkamp zat en ik denk aan haar broer die moest werken aan de Birma spoorlijn, hun lijden toen maakt me nog steeds woedend.
Ik denk aan Hannie Schaft en haar kameraden Truus en Freddie Versteegen die de oorlog wel overleefde, die ik persoonlijk ken en met wie ik gesprekken heb gehad over hoe hoe het ze veranderde toen ze als nog erg jonge meisjes betrokken raakte bij liquidaties.
Ik denk aan die paar seconden film van de bevrijding van een concentratiekamp waarbij kleine kinderen hun tattooages laten zien en aan hoe iemand in godsnaam die kleine dreumessen kon scheiden van hun ouders, een nummer pijnlijk in hun arm kerfde en ze honger liet lijden. En dan hebben we het nog niet eens over het vermoorden.
Ik denk aan de Joodsche familie die in mijn huis woonde tijdens de oorlog en nooit meer terug kwam.

Ik denk aan die ene foto van dat meisje in een concentratiekamp.
Czeslawa Kwoka heette ze, 14 jaar oud, ze moest op de foto maar begreep maar niet wat er allemaal gebeurde, kreeg vlak voor de foto genomen was nog slaag van een bewaker met een knuppel.
Binnen 3 maanden was ze dood. Kijk haar in de oogen, vergeet haar blik nooit meer.
Het meisje dat zoo hard probeert niet te huilen, uit angst.

Czeslawa Kwoka
En tot slot denk ik aan een goochelaar.

Michel Velleman trad sinds de jaren ’20 op als ‘humoristisch goochelaar, professor Ben Ali Libi’, hij woonde met zijn gezin aan het Merwedeplein waar ook Anne Frank woonde.
Eigenlijk een gewone man, geen soldaat, geen verzetsheld, geen bekende onderduiker, maar een van de vele slachtoffers.
Iemand die misschien vergeten zou zijn was het niet voor het hartverscheurende gedicht van Willem Wilmink.

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Foto: Stadsarchief Amsterdam

Ik had tot mijn schande nog nooit van mijnheer Velleman of het gedicht gehoord tot ik min of meer toevallig een video over Willem Wilmink zag waarin Joost Prinsen het gedicht voor las.
Ik groeide op met deze man op de televisie, regelmatig kwam hij voorbij op de beeldbuis en zoo heeft hij indirect toch een belangrijke rol gespeeld in mijn jeugd.
Ik respecteer de man enorm en net als je vader is het iemand die je eigenlijk niet wilt zien huilen.
Toen ik zag hoeveel moeite hij had met het voorlezen van dit gedicht brak ik.

Het gedicht is zoo wonderschoon en tegelijk zoo pijnlijk.
In prachtige bewoording laat het de waanzin van toen maar ook nu zien.

Vanavond ben ik alleen thuis, ik kan niet meer naar herdenkingen, de oorlog is te belangrijk voor mij maar niet belangrijk genoeg voor hen die dan om me heen staan, die doorlopen, lachen, langs rijden, hun mobiele telefoon niet met rust kunnen laten, etc.
Na een keer bijna iemand aangevlogen te zijn bij de herdenking van een represaille aan de Parallelweg in Den Haag, die stond te schreeuwen tijdens de minuut stilte en een motoragent me tegen moest houden voor het uit de hand liep, herdenk ik privé.
Alleen.
Maar in gedachte samen met Oma, Oom, Hannie, Truus, Freddie, de kinderen van het kamp, de buren die ik nooit gekend heb, Czeslawa Kwoka en Ben Ali Libi.

Ben Ali Libi

Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bosjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

Willem Wilmink.

Tot augustus is er in het Stadsarchief van Amsterdam een tentoonstelling over Ben Ali Libi te zien.
Meer informatie vind U door hier te klikken.

5

Het mysterie van de 300 gevonden oorlogsfoto’s opgelost?

Ruim 10 jaar geleden zag ik op het Waterloplein, op de grond, in de regen, een paar bruine mapjes liggen.

Er stond wat opgeschreven in oud schrift en mijn nieuwsgierigheid was gewekt, ik bekeek ze van dichtbij en ontdekte dat er negatieven in zaten, op een stond een tank uit de Tweede Wereldoorlog en ik wist dat ik ze wilde hebben.

Het was een hele stapel, zooals altijd was ik blut en dus kon ik ze niet allemaal betalen, ik gaf de koopman al mijn boodschappengeld maar het was niet genoeg en tot mijn eeuwige spijt heb ik er een paar moeten laten liggen.
Maar de meest belovende nam ik mee naar huis, ruim 300 losse negatieven.

Mijn goede vrind Kees was bereid ze te scannen op zijn computer en al snel bleek dat ik iets reuze bijzonders gevonden had.

De 300 foto’s lieten een Amsterdamsch gezin zien tijdens de laatste jaren van de oorlog.

Er stonden veel aantekeningen bij vol hints maar geen van allen waren duidelijk genoeg om gelijk een adres of persoon te kunnen identificeren.

Op de foto’s zag ik het jonge gezin dat bestond uit vader Cor, moeder Jo en kleine Corry op vacantie gaan (O.A. naar Putten vlak voor het door de Moffen van de aarde werd gevaagd), feestjes vieren, op bezoek bij opa en oma, stukje wandelen, E.H.B.O cursus, de hongerwinter proberen te overleven, de bevrijders verwelkomen, etc.

Ik vond dat de foto’s goed bewaard moesten worden dus schonk ik ze aan het NIOD, waar ze beter voor kwetsbaar materiaal konden zorgen dan ik.

Maar de foto’s lieten me niet los, ik wilde meer weten over wie deze menschen nou toch waren, wat er van ze geworden was.

Ik had die persoonlijke familie foto’s zoo vaak bekeken dat ze al bijna een beetje verre familieleden waren geworden.

Dus wederom gebruikte ik die verfoeide moderne media om verder te gaan met dit onderzoek, want als ouderwetsche juf kan ik toch niet ontkennen dat het internet daar wel heel erg handig voor is.

Dus zette ik alle foto’s op het internet en begon een Facebook pagina, want duizenden oogen zien meer dan twee en ik kon alle hulp goed gebruiken.

Dit was wel een hobby project, iets dat in mijn achterhoofd bleef spelen terwijl ik verder natuurlijk meer tijd moest schenken aan mijn werk en allerlei andere belangrijke zaken.

Maar eens in de zooveel tijd kwam ik toch terug bij Cor, Jo en Corry en spendeerde dan een paar late uurtjes achter mijn beeldscherm, kijkende of ik iets nieuws kon vinden.

En telkens werden er weer kleine puzzelstukjes ontdekt, ik vond de fabriek waar een foto serie gemaakt was door Cor, een paar locaties werden geïdentificeerd, en zoo ging het project telkens een klein stapje in de goede richting.

Vandaag was weer zoo’n dag dat ik terug dacht aan deze foto’s en ze nu eens besloot te delen met een van de vele facebook groepen waar ik lid van ben waar men oude foto’s deelt en dan vervolgens samen kletst over hoe het vroeger was.
Dus ik zette een paar van de foto’s op de ‘Amsterdam heden en verleden vol herinneringen’ groep, want misschien herkende opeens iemand Oom Cor of Oma Johanna.
Je weet het nooit en niet geschoten is altijd mis.

Er volgende een levendige discussie en een aantal menschen gingen ook proberen iets uit te vinden.
We bleven steken op de achternaam van Opa en Oma, want volgens de notities van fotograaf Cor heette die Boran, of zooiets.
En dat was wel een hele vreemde naam, dankzij de groepsdiscussie ging ik daar nog eens goed naar kijken, er klopte iets niet.
De fnaam van Oma Beumen leek wel duidelijk, maar de andere opa en oma….

negatieven mysterie boran
Ik deelde ook een foto van het huis waar Cor, Jo en Corrie tijdens de bevrijding in de tuin zaten en ik bedacht me opeens dat ik nog eens op die fantastische Delpher website moest kijken waar men ruim een miljoen kranten en tijdschriften van vroeger kunt doorbladeren.
Want daar had ik vaker gekeken, maar vast wel eens wat over het hoofd gezien en ik wist de vorige keer nog niet precies waar ik naar moest zoeken.

En al vrij snel was het raak, ik vond een kleine advertentie uit 1943;

negatieven mysterie advertentie

En toen viel eindelijk het muntje.
Er stond helemaal geen Boran or Boum or wat dan ook, Cor had de achternaam van zijn ouders afgekort van Bouwhuisen naar Bouw!
Natuurlijk!

Toen ging het snel, een zekere mijnheer Koopal was zoo vriendelijk gelijk bij het Stadsarchief navraag te doen en het lijkt er op dat de familie van de mysterieuze negatieven eindelijk gevonden is;

Onze fotograaf heette Cornelis Bouwhuisen, geboren op 24 december 1913, overleden op 8 april 1991. Hij was getrouwd met Johanna Agatha Th. Beumer, geboren op 22 april 1915, overleden op 13 februari 2002. Ik vond de negatieven waarschijnlijk niet lang na haar overlijden op het Waterlooplein.
Helaas heeft het verhaal geen gelukkig einde. Kleine Corry, de knul die wiens eerste levensjaren we door de lens van Pappa zagen in die donkere jaren, heette Cornelis Johan Willem Bouwhuisen, geboren in 1942, overleden op 25 juli 1958, 16 jaar oud. De familie ligt op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.

cor corry jo

Zooiets oplossen, iets te weten komen wat je al zoo lang wilt weten is een heel bijzonder en emotioneel gevoel, ook al is het ook droevig.
Want stiekem had ik gehoopt dat deze menschen een mooi lang leven hadden gehad na de oorlog en dat kleine Corrie nog leefde.
Ik had hem zoo graag deze foto’s laten zien.

Ik schaam me er niet voor U te vertellen dat ik wel even een traantje moest laten toen ik zijn veel te korte verhaal hoorde.

Het mysterie is natuurlijk nog niet helemaal opgelost.
Eerst moeten we met complete zekerheid vast stellen dat we inderdaad de goede familie hebben gevonden.
En dan zijn er nog heel veel andere onopgeloste vragen waar ik achteraan wil gaan.

Maar wat mij betreft verdienen naast de foto’s, nu ook de familie een boek.

Als U mee wilt doen met het onderzoek dan kunt U het hier in de gaten houden op “The WW2 negatives mystery” facebook pagina.

Wit U alle foto’s eens goed van dichtbij bekijken dan kan dat door hier te klikken.

3

Verloren liefde

Zoomaar gevonden op het Waterlooplein tussen de rommel, in een enveloppe.

Een verjaardagstelegram uit 1941, een foto met enkele Roode Valken van de AJC, hond met baby op de bank, foto’s van een jongen en meisje in de oorlogsjaren.

Op de foto van de jongen staat achterop;

26-11-1943
Schat.
Ben je eenzaam lieve Hen.
Denk toch dat ik bij je ben.
En dat zal ik altijd doen.
geef me maar een lange zoen.
Op me oor of op me neus.
Schat het helpt geweldig heus.
Ben je van het zoenen moe.
Dan kom ik spoedig naar je toe.
Dan kus ik je weer op je mond.
En op je halsje zacht en rond.
Dus niet getreurd ik denk aan jou
Eb spoedig wordt je dan mijn vrouw.

Sjuul.

Zat hij ergens ondergedoken of moest hij voor de Duitschers werken?
Of misschien  woonde hij nog ver weg.

Ze zijn later getrouwd.
Hij is inmiddels overleden zij onlangs naar een verzorgingsflat gegaan.

Al die herinneringen van ooit onschatbare waarde eindigde in een oude enveloppe tussen de rommel op het Waterlooplein.
Bij mij mogen ze nu nog wat langer waardevol zijn.

romantiek

0

Schenking

Zoo af en toe krijg ik een berichtje van iemand die nog wat oude spulletjes heeft liggen en die wil weten of ik er misschien interesse in heb.

Dat is altijd het geval.

Als je 24 uur per dag ‘ouderwetsch’ leeft dan heb je aan sommige dingen altijd een gebrek en je blijft ook zoeken naar bepaalde spullen die je maar blijven ontglippen.

Maar ik werk ook voor film & televisie en treed regelmatig op in musea, dan vertel ik jong en oud over het leven voor en tijdens de oorlog.

En niets maakt dan minder indruk dan een dreumes een echte knijpkat in de handen te duwen of een bakvisch een poesiealbum te laten lezen van een leeftijdgenoot tijdens de oorlog.

Dan wil je ze dus af en toe iets vast laten houden, laten voelen of laten ruiken.

En dat kan alleen als je veel spulletjes hebt.

Daarom ben ik dus blij met alle schenkingen, zelfs, nee vooral met die dingen waarvan de eigenaar soms denkt dat het alleen maar oude rommel is.

Alles is welkom en het is beter dat ik het kan gebruiken tijdens een les of opnames voor een televisie programma dan dat het op zolder ligt of nog erger, bij het vuil terecht komt.

Het doet er dus echt niet toe, als het maar van voor de jaren ’50 is.

Het is allemaal welkom, oude foto’s, tijdschriften, kleding, sigaretten, klosjes garen, etc, etc.

Heeft U iets op zolder waarvan U denkt dat het iets voor mij is en wilt U het kwijt?

Laat van U hooren.

Vandaag was dat mijnheer Mulder die zoo vriendelijk was enkele leuke spulletjes langs te brengen.

Daar ben ik weer erg blij mee, vooral het bordje met het portret van Prinses Juliana en Prins Bernhard, waarschijnlijk verkocht tijdens hun huwelijksvieringen in 1937 maar tijdens de bevrijding weer van zolder gehaald en door mijnheer Mulder die toen nog een kleine knul was enthousiast heen en weer gezwaaid.

Bedankt mijnheer Mulder!

mulder gift